Diverse factoren zijn belangrijk om hoogwaardige poot- en consumptieaardappelen te kunnen leveren. Veel komt samen in het Agrico Quality Center waar we de kwaliteit van de aardappelen kunnen bepalen.

Hier beoordelen we monsters van alle partijen die wij (willen) verkopen. We beoordelen zowel de interne als externe kwaliteit van de aardappelen. We controleren op de aanwezigheid van ziektes en bepalen de kiemkracht (pootaardappelen). We stellen de maatsortering en het onderwatergewicht vast. Ook bepalen we de kwaliteit van de aardappelen op geschiktheid voor transport en lange bewaring.

Het Agrico Quality Center biedt de mogelijkheid om op jaarbasis 20.000 tot 25.000 monsters te verwerken.

Agrico investeert continu in het vergroten van onze kennis. Meten is weten. Bij het Quality Center van Agrico zorgen we ervoor dat iedere aardappel de juiste bestemming krijgt.

Een hypermoderne lijn, met verschillende camera’s, borstel-, was-, schrap-, laser- en weegunits, draagt bij aan de beoordeling van de aardappelen op kwaliteit.

Ieder proefrooimonster van onze Agrico-telers wordt voorzien van een unieke QR-code, waarachter alle perceelgegevens en NAW-gegevens van de teler zijn opgeslagen. De QR-code bepaalt ook de route die het monster over de machinelijn aflegt.

Van de proefrooimonsters wordt het brutogewicht ingevoerd in het datasysteem. De aardappelen worden schoongemaakt zonder de schil te beschadigen en worden vervolgens gefotografeerd. Met een 3D-lasercamera wordt van iedere aardappel afzonderlijk de vierkantsmaat en de inhoud bepaald. Deze gegevens worden automatisch vastgelegd.

Het nettogewicht wordt bepaald door het schone proefrooimonster voor de tweede keer te wegen. Het nettogewicht wordt gedeeld door het aantal knollen en de inhoud van alle knollen. Zo wordt berekend hoeveel iedere knol weegt en kent het systeem de maatverhouding en de verkoopbare hoeveelheid van de partij.

De aardappelen vervolgen hun weg op de machinelijn via de wastrommel. De tweede leestafel geeft inzicht in de uiterlijke kwaliteitsaspecten van het gewassen pootgoedmonster. Alle uiterlijke gebreken zoals schurft of Rhizoctonia worden in het datasysteem vastgelegd.

Uit elk proefrooimonster van pootaardappelen worden willekeurig 100 knollen geselecteerd. Deze 100 knollen worden opgevangen in een krat, wederom voorzien van een unieke QR-code.

Het Quality Center van Agrico is voorzien van klimaatkamers waarin deze kratten met 100 knollen worden bewaard bij een temperatuur van boven de 18 graden en een relatieve luchtvochtigheid van minimaal 95%. Dat zijn de ideale omstandigheden voor bacteriën en schimmels. Na 5 à 6 weken worden deze partijen gecontroleerd op kiemkracht en vitaliteit.

Vanaf 1 rotte knol op de 100 van een partij pootgoed, is er sprake van een beoordeling met een onvoldoende en wordt de voorraad van deze partij in het systeem als zodanig gelabeld. De logistieke afdeling van Agrico kan deze partij niet zonder meer verladen. Voor een second opinion worden grotere contramonsters genomen.

De kwaliteit van pootaardappelen is ook afhankelijk van onderhuidse, niet direct zichtbare gebreken. Door het schrappen van de knollen verwijdert de machine een halve millimeter van de schil en worden eventuele onderhuidse gebreken zichtbaar gemaakt. In de onderwaterweger wordt het onderwatergewicht van de aardappelen bepaald. Hieruit volgt het droge stofgehalte van deze partij. En ook de onderhuidse gebreken worden fotografisch vastgelegd in het datasysteem.

Voor een nog betere beoordeling van de interne kwaliteit, worden de aardappelen vervolgens machinaal doorgesneden. Op de laatste leestafel van de machinelijn checkt en beoordeelt de Agrico-keurmeester zorgvuldig de partij aardappelen op verdere inwendige gebreken zoals hol of kringerigheid.

Wanneer alle gegevens van het proefrooimonster volledig zijn ingevoerd, wordt de data voor verdere analyse verstuurd naar het hoofdkantoor van Agrico.

Op de machinelijn van Agrico worden naast proefrooimonsters van pootaardappelen ook andere aardappelmonsters beoordeeld. Een monster van consumptieaardappelen bijvoorbeeld. Deze aardappelen volgen een eigen route over de lijn en worden op andere kenmerken beoordeeld.

Op het Quality Center vindt meer onderzoek plaats dan alleen de kwaliteitscontrole op de machinelijn. Niet alleen worden specifieke pathogenen nader geanalyseerd. Ook worden in de keuken bakcijfers bepaald van chips- en fritespartijen. Productmanagers, exportmanagers en klanten komen langs om rassen te beoordelen op hun gewenste kwaliteiten.

Met het Quality Center maakt Agrico zich sterk voor een professioneel product, waarmee iedereen zijn voordeel kan doen. Goede groei is tenslotte het vermogen tot vernieuwing.